Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Maar [51]Jonathan had het niet gehoord, toen zijn vader het volk bezworen had, en hij reikte het einde van den staf uit, die in zijn hand was, en hij doopte denzelven in een honigraat; als hij nu [52]zijn hand tot zijn mond wendde, zo [53]werden zijn ogen verlicht. 51. Want hij was in het leger niet geweest, nadat hij de Filistijnen geslagen had. 52. Versta hierbij, nadat hij van den honig gegeten had, hetwelk men hem aan de ogen kon merken. 53. Of, zo zagen zijn ogen; te weten, klaarlijk. Dat is, hij kreeg als nieuwe kracht en wakkerheid.